Vorige dinsdag landde ons vliegtuig in Tromsø, we zijn weer thuis, in de bewoonde wereld. Veilig, warm, asfalt, winkels, café's, kantoren, collega's, auto's, lente. De dagelijkse routine staat weer voor de deur en ik weet niet of ik daar wel zo gelukkig mee ben? Ik ben thuisgekomen met een schat aan beeldmateriaal: duizenden foto's - zowel digitaal als analoog - en 10 uur met video. Dat moet ik allemaal gaan bekijken en sorteren: er is wetenschappelijk materiaal, landschap, flora, fauna en veel technisch materiaal zoals boten en helicopters. Een job met andere woorden.
Ik krijg veel cred voor mijn werk en heb een schat aan contacten opgedaan: de kapitein van het schip zelve o.a, die heel tevreden was met de foto's die ik aan het schip heb gegeven. "Noorderling, je hebt je sporen achtergelaten aan boord, waar we je erg dankbaar voor zijn!" Wel, met kapitein Djupvik mag ik nog eens mee heb ik horen vertellen, hehe. Goeie relaties gemaakt met een deel wetenschappers van Norsk Polarinstitutt en van het nationale Metereologisk Institutt. Volgend jaar gaat deel twee van de expeditie, opnieuw naar de Framstrait, het pakijs voor de Groenlandse kust. En ik ben uitgenodigd.
En dan is er Geir, wat een vent! Hij woont en werkt op Spitsbergen en wij zijn goei vrienden geworden. Ik heb in ieder geval een stek in Longyearbyen en dat is een goeie zaak want daar is veel te beleven. Geir gaat volgende lente ijsberen filmen aan de oost- en de noordkant van de eilanden. Met een sneeuwscooter en een tent en een hoop gerief. En ge moogt eens raden, jawel, ik mag mee.